Door: Maltha studiecoaching op 16 dec 2014
Het is negen uur, het wiskunde proefwerk ligt op het tafeltje. Gisteren kon Sanne alle oefenopdrachten goed afronden. Op de toets lijkt het niet meer te lukken. Sannes bloed gaat sneller stromen, haar hart klopt vlugger en zweetdruppels vormen zich op haar voorhoofd. Waarom wist ik dit gisteren allemaal wel? Wat als ik niet een goed cijfer krijg? Klopt dit allemaal wel? Wat vind de docent van een slecht cijfer? Wat vinden papa en mama van een slecht cijfer? Er gaat van alles door haar hoofd maar niets dat met wiskunde te maken heeft.
Eigenlijk is dit net zoiets als heel bang zijn voor spinnen. Het lichaam moet bedenken wat het gaat doen: ‘vechten’ dus de spin vertrappen, ‘vluchten’ weglopen van de spin of ‘bevriezen’ stil blijven staan en niets meer kunnen doen.
Bij faalangst moet het lichaam ook in actie komen: ‘vechten’ de angstige gedachtes opzij zetten en met pen wat op papier zetten, ‘vluchten’ houdt in dat je een andere uitweg vindt op je toets (wat bij heel veel vakken onmogelijk is) of ‘bevriezen’ een black out en dan komt er niets zinnigs meer op papier. Het fenomeen van ‘bevriezen’ is bij angst de eerste reactie. De “oplossing” is dan het ombuigen van de ‘bevries’ reactie naar ‘vecht’ reactie. Wat inhoud dat Sanne zich over de vragen “wat als ik niet goed geleerd heb? Wat als ik een slecht cijfer haal?” heen moet zetten en “gewoon aan haar toets moet werken.”
Hoe vecht ik tegen faalangst
Bij faalangst is de stress die erbij komt het grootste probleem, men gaat zich focussen op “wat als vragen”. Probeer van tevoren op die vragen antwoorden te hebben. Vraag je ouders om hulp, zij kunnen je geruststellen voordat je je toets ingaat. Spreek bijvoorbeeld af dat als de toets slecht gemaakt is dat je samen gaat kijken naar een oplossing om de voorbereidingen op de volgende toets anders te doen. Belangrijk is dat de eisen die iemand zichzelf stelt op een rationale manier worden benaderd.
Een andere factor die vaak bij faalangst komt kijken is het “alles willen weten” om dan tijdens de toets te bedenken dat je niet alles kunt weten. Vaak heeft dit met de leermethode te maken. Weet je wel duidelijk hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden? Wat zijn voorbeelden en wat zijn de feiten die je moet kennen?
Probeer tijdens een toets je mindset te veranderen. Zit je alleen maar te denken aan “wat als?”, probeer dat in te zien en vervolgens je focus weer op je toets te krijgen. Lees alle opdrachten een keer door en zet alles wat je binnen schiet alvast op een kladblaadje zodat je met elke opdracht al een uitgangspunt hebt. Blijf je te lang hangen bij een vraag, ga dan door naar de volgende.
Kortom vecht je angsten aan door te ontspannen, antwoord te hebben op je vragen en kijk goed naar je leermethode zodat je niet meer in bevriest situaties komt! Kijk eens bij Maltha Studiecoaching hoe je met je faalangst om kan gaan.
Lees ook eens de volgende artikelen:
faalangstonderwijs
